Nieuwsberichten

Wel een Belgisch voorbeeld, geen webmodule. Bovib en vijf andere branchepartijen geven arbeidsmarktadvies aan Tweede Kamer

Wel een Belgisch voorbeeld, geen webmodule. Bovib en vijf andere branchepartijen geven arbeidsmarktadvies aan Tweede Kamer

Brancheverenigingen Bovib, I-ZO, RIM, VvDN, ABU en NBBU dragen graag hun steentje bij om wet- en regelgeving uitvoerbaar en handhaafbaar te maken. In aanloop naar het Commissiedebat Arbeidsmarktbeleid stuurden wij een duidelijk advies naar kamerleden.


Sectorspecifieke criteria, onderkenning van ondernemerschap en beginnen met handhaven in probleemsectoren. Dat alles terwijl je ervoor zorgt dat de verschillen tussen diverse contractvormen niet groter worden. Dit zijn volgens brancheverenigingen Bovib, I-ZO, RIM, VvDN, ABU en NBBU goede stappen om een gezonde arbeidsmarkt te realiseren voor werknemers en (zelfstandig) ondernemers.

Wij stuurden dit schema en deze position paper deze week naar de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) van de Tweede Kamer. Donderdag 20 oktober praat deze commissie namelijk over het arbeidsmarktbeleid. Een belangrijk onderwerp is de Hoofdlijnenbrief Arbeidsmarkt, waarin minister Karien van Gennip (SZW) beschrijft hoe zij de arbeidsmarkt toekomstbestendig wil maken.

Denkwijze en uitgangspunten uit België

Zo wil de minister maatregelen nemen om een gelijker speelveld tussen werknemers en zelfstandigen te creëren, waarbij duidelijker wordt wanneer iemand als zzp’er mag werken. De minister schrijft dat zij uitzoekt wat wij kunnen leren van de manier waarop België omgaat met de vraag wanneer een opdrachtgever een zelfstandige mag inhuren. Hiervoor diende Tweede Kamerlid Hilde Palland (CDA) eerder een motie in.

Het is heel verstandig om te kijken naar de Belgische wet- en regelgeving rondom de kwalificatie van arbeidsrelaties, vinden wij en andere brancheorganisaties. In een eerdere position paper van de Bovib noemden wij ook de Belgische Arbeidsrelatiewet als oplossingsrichting.

Daarbij benadrukken we wel dat deze wetgeving geen pasklare oplossing is. We kunnen het Belgische model niet letterlijk overnemen, maar wel de denkwijze en onderliggende uitgangspunten van de Arbeidsrelatiewet implementeren. Lees verder over de Belgische Arbeidsrelatiewet.

Sectorale benadering

Het Belgische model heeft allerlei aspecten die ook in Nederland uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. Naast neutrale en algemene criteria voor alle zelfstandigen zijn er aanvullende criteria voor sectoren en beroepen waar de kans op onderbetaling groter is.

Deze sectorspecifieke criteria zijn opgesteld in overleg met de sociale partners. Dit zorgt dat de regels beter passen bij de behoeften van verschillende sectoren en de diversiteit aan zelfstandigen. Ook maakt het handhaving effectiever.

We staan ook achter het advies van de Sociaal Economische Raad (SER) om te werken met een rechtsvermoeden van werknemerschap onder een bepaald uurtarief. Op deze manier kunnen wij de kwetsbaarste werkenden beschermen. Een minimumtarief van 35 euro kan een oplossing zijn, zo lang de administratieve last niet te veel toeneemt.

Webmodule aanpassen met criteria voor ondernemerschap

De Belgische methode is duidelijker dan de webmodule, een online tool om te bepalen of een opdrachtgever iemand als zzp’er mag inhuren. Deze online vragenlijst geeft te vaak geen duidelijk oordeel over de arbeidsrelatie. Hij is ook nog niet geschikt voor situaties waarin een zzp’er werkt vanuit een BV of via een intermediair.

Als de webmodule desondanks wordt gehandhaafd, heeft dat alleen kans van slagen als niet uitsluitend rekening wordt gehouden met aspecten van het werknemerschap: ook aspecten van het ondernemerschap zouden als contra-indicatie meegewogen moeten worden.

Integrale aanpak

Tot slot is het erg belangrijk de zzp-problematiek te zien in het brede perspectief van de arbeidsmarkt. Daarom pleiten we ook voor een integrale en gelijktijdige aanpak van de regulering. Zo voorkomen we dat er problemen verschuiven van de ene groep werkenden naar de andere (waterbedeffect).

We onderschrijven dus de ambitie van het kabinet om een gelijk speelveld te creëren. Op die manier heeft elke werkende voldoende bescherming bij ziekte of arbeidsongeschiktheid, ongeacht zijn contractvorm. Zo komt het kabinet tegemoet aan de toenemende behoefte aan flexibiliteit van werkenden.

Lees hier het position paper.

Reacties

Log in om de reacties te lezen en te plaatsen