Nieuwsberichten
Het Bovib-keurmerk is verder verbeterd; dit is waarom
Het Bovib-keurmerk is een belangrijke waarborg voor de financiële gezondheid van MSP’s, brokers en intermediairs. Er gaan immers grote sommen geld door hun boeken. Maar er klonk ook kritiek, onder meer van Han Kolff, CEO van HeadFirst. De Bovib is daarom aan de slag gegaan om het eigen keurmerk verder te verbeteren. “Door het opnemen van een risicoanalyse ontstaat nu een nog veel beter beeld van de financiële positie”, stelt voorzitter Frederieke Schmidt Crans.
Aanleiding
Na het faillissement van TCP in 2019 kreeg het Bovib-bestuur veel vragen; hoe kon dit gebeuren, het bedrijf had toch een keurmerk? Daarop heeft de Bovib de eigen normen aangescherpt vanaf april 2020.
Nu wordt het keurmerk opnieuw aangepast. Schmidt Crans: “Om een genuanceerder beeld te krijgen van de financiële gezondheid van een onderneming laten we het sec beoordelen op enkele KPI’s los en in plaats daarvan hanteren we een risicoanalyse vooraf die inzicht geeft in de financiële gezondheid.” Concreet betekent dit dat voortaan de risicoanalyse als een nieuw, vast onderdeel in de audit wordt opgenomen. Klantafhankelijkheid, waarbij het bij TCP voornamelijk is misgegaan, is één van de vier elementen in deze analyse.
Focus op meer KPI’s
Een andere pilotnorm uit de in 2020 aangescherpte normen is dat een bedrijf een current ratio - verhouding debiteuren + liquide middelen / kort vreemd vermogen - van boven de 1 moet hebben. De redenering hierachter is dat een bedrijf bij een current ratio < 1 een probleem kan hebben om op korte termijn aan zijn (betalings)verplichtingen te voldoen.
In een artikel in Flexmarkt vorig jaar reageerde Kolff vervolgens door te stellen dat Bovib niet het financiële beleid van zijn bedrijf kan bepalen. HeadFirst heeft weliswaar een current ratio onder de 1, maar een gezonde financiële bedrijfsvoering, zo legt Kolff uit. ”Elk bedrijf heeft zijn eigen financiële structuur. Een brancheorganisatie met een keurmerk moet niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten. Als je aan één ratio niet kunt voldoen, moet je kijken of dat op een andere manier is afgedekt. Het gaat uiteindelijk om de financiële gezondheid van de hele organisatie.”
Voorzitter Frederieke Schmidt Crans is het daarmee eens. “Door de ongelukkige uitleg in dit artikel leek het alsof HeadFirst en Bovib lijnrecht tegenover elkaar staan, maar dat is niet het geval.”
Het heeft de discussie binnen de Bovib over het keurmerk wel op scherp gezet, stelt zij. ”Het kan niet zo zijn dat je door één KPI een grote partij als HeadFirst uitsluit. Door te focussen op één KPI, maak je je keurmerk mogelijk ontoegankelijk voor (nieuwe) leden. Je pikt er één element uit, terwijl voor het bepalen van de financiële gezondheid veel meer aspecten een rol spelen.”
Risicoanalyse
De Bovib vindt dus ook dat er breder gekeken moet worden bij de beoordeling van de financiële status van leden. En daarom is zij gekomen tot aanpassing van het keurmerk.
Hierbij is de Bovib overigens niet over een nacht ijs gegaan, vertelt Schmidt Crans. “We hebben dit breed aangepakt, hierbij zijn inspectie-instellingen, de werkgroep Kwaliteit en meerdere leden betrokken geweest.” Waaronder HeadFirst dus.
“Ik vind het mooi hoe dit proces is gegaan”, zegt Kolff. De risicoanalyse is volgens hem een veel beter instrument. Hierin zitten vier elementen; klantafhankelijkheid, debiteuren en voorfinanciering, financiële ratio’s (naast de current ratio, ook leverage ratio, interest coverage ratio en solvabiliteitsratio) en financiering derden. “Het is een uitgebalanceerde mix geworden, controleerbaar en uitvoerbaar voor de inspecteurs.”
"Het gaat er uiteindelijk om dat een bedrijf zich bewust is van de risico’s en daar maatregelen tegen neemt, zodat de financiële gezondheid gewaarborgd blijft." Bovib-voorzitter Frederieke Schmidt Crans over de aanpassing van het keurmerk
Uitlegplicht
Door de risicoanalyse op te nemen, geeft het keurmerk volgens Kolff een duidelijk financieel kader aan, waarbij de leden ruimte krijgen om hun financieel beleid te toetsen en nader toe te lichten. Wel is er de ‘uitlegplicht’. Schmidt Crans legt uit wat hiermee wordt bedoeld: vormt punt A een risico, dan moet een lid uitleggen welke beheersmaatregelen daar dan tegenover staan. Dat werkt volgens haar veel beter. “Want het gaat er uiteindelijk om dat het bedrijf zich bewust is van de risico’s en daar maatregelen tegen neemt, zodat de financiële gezondheid gewaarborgd blijft.”
Als één ratio niet goed (genoeg) is, maar de andere ratio’s zijn dat wel én het bedrijf heeft aantoonbaar nagedacht over een beheersplan, dan kan het bedrijf prima door de audit komen. En juist dat spreekt Kolff aan. “Het is een strak kader, maar stimulerend, niet bestraffend.” Schmidt Crans: “Er gaat nu meer een coachende werking vanuit en dat past beter bij de manier waarop wij als Bovib onze leden willen ondersteunen.”
De aanpassing van het keurmerk door het opnemen van de risicoanalyse doet in de ogen van Kolff recht aan zowel grote als kleinere leden. Grotere leden hebben volgens hem nu eenmaal vaak een andere financieringsstructuur, waarbij ratio’s anders zijn. “Waar het om gaat is dat je als lid moet kunnen uitleggen hoe je je financieel beleid voert, wat voor effect dit heeft op de ratio’s en hoe je bijbehorende risico’s managet.”
In het geval van HeadFirst betekent dit dat het bedrijf moet laten zien welke procedures er zijn en welke beheersmaatregelen er staan tegenover de lagere current ratio. “Dat is dus een punt waar wij uitleg over moeten geven en de risico’s voor moeten mitigeren. Andere ratio’s zijn weer beter dan de gestelde norm.”
En hetzelfde geldt voor kleinere leden, die misschien maar enkele klanten hebben. “Je moet kleinere leden niet weigeren omdat ze een grotere klantafhankelijkheid hebben. Dat hoeft geen probleem te zijn als zij maar kunnen aantonen hoe zij dat risico mitigeren, laten zien dat zij hier bovenop zitten en dit borgen.”
“Er gaan grote sommen geld door onze boeken en wij moeten als Bovib-leden daarom onze verantwoordelijkheid nemen en daarover rapporteren.”
Han Kolff (CEO van HeadFirst)
Faillissementen voorkomen?
Worden door deze aanpassing van het keurmerk faillissementen zoals TCP voorkomen? “Nee, niet direct,” geeft Kolff toe. “Maar het geeft wel aan waar op gelet moet worden. Met de risicoanalyse laat je als bedrijf zien hoe je omgaat met, en grip hebt op, financiële risico’s. Er gaan grote sommen geld door onze boeken en wij moeten als Bovib-leden daarom onze verantwoordelijkheid nemen en daarover rapporteren.”
Schmidt Crans stelt dat het Bovib-keurmerk juist daarom hard nodig is. “Je kunt niet alles afvangen in de wet of met een accountantsverklaring achteraf. Dit is een vorm van zelfregulering waarbij wij vooraf aantoonbaar maken dat we de issues serieus nemen en onze leden hun vak serieus nemen.”
Zij vervolgt: “Je wilt misstanden in de markt voorkomen. En als het misgaat wil je dat de maatschappelijke impact beperkt blijft. Waar het uiteindelijk om gaat, is de vraag: heb jij jouw onderneming onder controle en als het misgaat, zijn anderen dan niet de dupe.”
Keurmerk in ontwikkeling
Dat het keurmerk nu wordt aangepast, is volgens Schmidt Crans niet zo vreemd: “het keurmerk is in 2017 gelanceerd. We voeren twee keer per jaar harmonisatie-overleg met de inspectie-instellingen en luisteren ook naar de leden. Het is een keurmerk in ontwikkeling.” Volgens de voorzitter is het uitgangspunt altijd dat een keurmerk toegankelijk moet blijven voor bestaande en potentiële leden - zowel groot als klein, dat de waarde van de normen die de inspecteur toetst uitgebalanceerd en transparant moet zijn en dat een keurmerk moet kunnen meebewegen met veranderende wet- en regelgeving. De aanpassing van het keurmerk door het opnemen van de risicoanalyse past volgens haar in die optiek.
En ook de leden denken daar blijkbaar zo over. Tijdens de ledenbijeenkomst op 28 juni jl. is positief gereageerd op deze aanpassing van de financiële paragraaf van het Bovib-keurmerk. Het definitieve normenkader inclusief de risicoanalyse wordt onder de leden verspreid en is op 1 juli live gegaan.
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen